Let wel: heel wat informatie zal na een jaar nog geldig zijn; af en toe gebeurt het echter dat inzichten veranderen en dat informatie zelfs al na 3 maanden tijd voorbijgestreefd is. Indien u hierover twijfelt vraag het aub na.

creon

Vraag
wat is de precieze werking van creon?
heeft dit ook invloed op het al dan niet vertopt raken van de darmen/?

waarom hebben mensen met cf vaak verstoppingsproblemen?
Antwoord
De werkzame stoffen in Creon zijn de pancreasenzymen amylase, lipase en protease. Enzymes zijn eiwitten die in het lichaam een zeer specifieke taak hebben. Pancreasenzymen worden uitgescheiden door de pancreas (alvleesklier) en komen vrij in de darmen waar ze nodig zijn voor de vertering van verschillende voedingsbestanddelen. Lipasen breken vet af, proteasen eiwitten en amylasen en cellulasen koolhydraten. Bij 90% van de mensen met CF zijn de afvoerkanalen van de pancreas of alvleesklier verstopt, zodat pancreasenzymen of verteringsfermenten wel aangemaakt worden, maar niet terecht komen in de twaalfvingerige darm (begin van dundarm). Daarom wordt de voeding onvoldoende verteerd d.w.z. de grote bouwstenen (vetten, suikers, eiwitten) worden door de verteringsenzymen slechts heel beperkt gesplitst in kleinere onderdelen. Onverteerde voedingsstoffen kunnen niet doorheen de dundarmwand en komen in de stoelgang terecht. Omdat de noodzakelijke voedingsstoffen onvoldoende worden opgenomen, ontstaat er ondervoeding. Bij patiënten met CF is de vetvertering het meest gestoord. Bij gezonde personen wordt meer dan 93% van het vet in de voeding verteerd en opgenomen doorheen de dunne darm. Bij mensen met CF komt veel vet (tot 40% en meer van het vet in de voeding) onverteerd terecht in de dikke darm waardoor de stoelgang er dus inderdaad vettig uitziet. Maar ook de eiwitvertering is gestoord, zij het wel in mindere mate dan de vetvertering. Onverteerde eiwitten worden ‘verteerd’ door bacteriën die in de dikke darm aanwezig zijn. Doorheen de dikke darmwand kan echter geen voedselopname meer gebeuren. Eiwitten bevatten stikstof en deze stikstofhoudende afbraakstoffen veroorzaken de typische slechte geur van de stoelgang van CF patiënten die niet of onvoldoende behandeld worden met extra pancreasenzymen. Om het voedsel beter te laten verteren worden extra pancreasenzymen bij gegeven via de mond. Deze komen dan terecht in de maag en later in de dunne darm waar ze het voedsel kunnen verteren, ze worden dus niet opgenomen in het lichaam.
Deze extra pancreasenzymen worden bereid uit de alvleesklier van koeien of varkens, maar tegenwoordig worden ze ook biotechnologisch uit kleine organismen gemaakt. Pancreasenzymen zijn verkrijgbaar onder verschillende merknamen. Ze zijn te verkrijgen onder de vorm van tabletten, capsules en korrels. De merken verschillen onderling in samenstelling. De één bevat meer enzymen voor de afbraak van vetten (lipasen), de ander voor de afbraak van eiwitten (proteases) of zetmeel (amylases). In het merk dat u vernoemt zijn de enzymes afkomstig uit de alvliesklier van varkens.

De korrels en de tabletten bevatten een zuurbestendig laagje dat ervoor zorgt dat de pancreasenzymen niet in de maag kapot gaan en pas in de darmen vrijkomen en beginnen te werken. U mag daarom niet op de korrels of de tabletten kauwen, anders gaat dit beschermlaagje kapot. De capsules mogen wel open gemaakt worden om daarna de korrels zo in te nemen. Deze moeten dan wel onmiddellijk ingenomen worden met een kleine hoeveelheid vloeistof. Wanneer ze bijvoorbeeld vermengd worden in yoghurt zal de actieve werking snel verminderen.
Eenmaal in de darm hebben de enzymen een actieve werking gedurende ongeveer een half uur. Daarna worden ze zelf afgebroken. Daarom kan het soms belangrijk zijn om de inname te spreiden over de maaltijd bij mensen die erg traag eten.
Wanneer men vergeet pancreasfermenten tijdens het eten in te nemen, dan kan dat wel nog een half uur na het eten, maar daarna heeft inname geen zin meer.
Dr. L. De Waele
28.09.2010