Let wel: heel wat informatie zal na een jaar nog geldig zijn; af en toe gebeurt het echter dat inzichten veranderen en dat informatie zelfs al na 3 maanden tijd voorbijgestreefd is. Indien u hierover twijfelt vraag het aub na.

appendicitis/CF

Vraag
wat is de relatie tussen appendicitis en cystic fibrose?
Antwoord
Beste,
Dat is een zeer relevante vraag. Kort een woordje over de appendix en appendicitis. De appendix is een stukje blind eindigende darm dat aan het eerste stuk van de dikke darm hangt. De functie ervan is niet gekend. Soms kan de appendix ontsteken, doordat er bijvoorbeeld een voedselrest in blijft steken. Dan spreken we over appendicitis. Buikpijn, braken, soms koorts zijn hiervoor suggestief. De diagnose wordt gesteld door het onderzoek van de patiënt, soms aangevuld met een echografie waarop een de appendix verdikt voorkomt (>6 mm), samen met ontsteking in het omgevende vet. De behandeling bestaat uit een operatie waarbij de appendix weggenomen wordt. Alles speelt zich af over het verloop van enkele dagen; indien de diagnose gemist wordt kan een infectie in de ganse buikholte volgen.
Is er meer risico op appendicitis bij patiënten met mucoviscidose? Dit lijkt uit onderzoek niet zo te zijn. Bij de normale populatie is er een incidentie van ongeveer 7%, bij muco patiënten lijkt dit zelfs een heel stuk lager te zijn (1-2%). De reden hiervoor is vermoedelijk dat er een beschermende rol voor infectie is door de taaie slijmen of secreties die in de appendix blijven staan.
Toch kan appendicitis bij patiënten met mucoviscidose ook voor problemen zorgen. Er wordt niet altijd tijdig aan de diagnose gedacht, omdat buikpijn door andere oorzaken frequent voorkomt bij mucoviscidose (bv. onvoldoende inname van pancreasfermenten, obstipatie, opstoppen van het begindeel van de dikke darm door taaie stoelgangresten, invaginatie waarbij bv de dunne darm in de dikke darm kruipt of door vergroeiingen ontstaan na vroegere buikoperaties). Ook het regelmatig gebruik van antibiotica voor luchtweginfecties kan de infectie tijdelijk onderdrukken zodat ze chronisch wordt. Bovendien is de appendix vaak zo al dikker dan bij gezonde personen, omdat taaie ’slijmen’ ophopen in de appendix. Tot 80 % van patiënten met muco (of CF) hebben op echografie een verdikte appendix, maar zonder andere tekens van ontsteking. Daardoor wordt de diagnose van appendicitis bemoeilijkt.
Door al deze factoren is het verloop van appendicitis bij mucoviscidose patiënten ‘trager’ en minder heftig, de klachten duren meerdere dagen en weken en worden vaak niet herkend als appendicitis. Er komen ook vaker verwikkelingen. Door meer en meer opzetting van de appendix komen er kleine gaatjes (microperforaties) in de wand, de inhoud van de appendix sijpelt in de buikholte, er wordt een abces (ettercollectie) gevormd. Dit kan ook weer ‘ traag’ verlopen en afgekapseld worden zodat het meerdere weken tot maanden kan duren voor het herkend wordt.
Belangrijk is dat, indien een mucopatiënt moet geopereerd worden, de behandeling van de longen niet mag vergeten worden. Zoals bij elke heelkundige ingreep met een anesthesie, zijn toediening van (intraveneuze) antibiotica voor enkele dagen na de operatie en extra aandacht voor kinesitherapie noodzakelijk om een opflakkering van longinfectie te vermijden. Een goede pijncontrole is nodig om de kinesitherapie vlotter te laten verlopen en het hoesten minder te onderdrukken.
De meest voorkomende oorzaak van buikpijn bij patiënten met CF is onvoldoende behandeling met pancreasfermenten. Maar toch moeten artsen ook bedacht zijn op andere oorzaken zoals o.a. appendicitis.
Vriendelijke groeten,
Dr. Mieke Boon , prof K De Boeck
18.02.2011