Hypertoon zout

Vraag

Kan u mij zeggen wat de mogelijkheden en/of beperkingen zijn van het gebruik van hypertoon zout bij mucopatiënten?
bij sommigen geeft dit een zeer goed resultaat, bij anderen veel minder. Kan u mij uitleggen op welke basis dit verschil gebaseerd is?

dankuwel

Antwoord

Bij mucoviscidose faalt het normale mechanisme waarbij slijm wordt geklaard door de trilharen van het luchtwegslijmvlies. Op basis van wetenschappelijke onderzoek blijkt dit het gevolg van uitdrogen van het slijmvliesoppervlak en platvallen van de trilharen. In het labo herstelt hypertoon zout deze afwijking.
Aerosol met hypertoon zout (HZ) induceert hoest en leidt tot ophoesten van sputum/slijmen. Verschillende studies bij mucopatiënten hebben aangetoond dat eenmalige toediening van HZ de klaring van slijmen op een dosis afhankelijke manier verbetert gedurende minstens 8 uur (gemeten na inhalatie van radio-actief gemerkte partikels). Bij kortdurende studies (2-3 weken) werd een verbetering van de longfunctie aangetoond met grote verschillen in effect tussen patiënten onderling. Na langdurige (48 weken) inname van HS werd geen overtuigende verbetering van de longfunctie aangetoond. Er was wel opnieuw een verschil in individuele respons en dit kon niet worden voorspeld op basis van patiënt karakteristieken zoals longfunctie, Pseudomonas status etc. In 1 studie was er een duidelijke daling in aantal luchtweginfecties, antibiotica behandeling en school/werk verlet. Bij kinderen < 6 jaar zijn er geen studies data behalve 1 veiligheidsstudie bij jonge kinderen.

Mogelijkheden van HZ
1. bekomen van een sputumstaal
2. verbetering van de longfunctie op korte termijn (2-3 weken). Het verschil tussen patiënten is niet verklaard en niet voorspelbaar.
3. Verbeteren van de klaring van slijmen uit de long. Over het lange termijn effect zijn de data echter beperkt. Er lijkt vooral een effect op infectie frequentie eerder dan op longfunctie.
Nadelen van HZ:
1. Optreden van luchtwegvernauwing (hoest en piepen). Bij de meeste patiënten kan voorbehandeling met salbutamol (een bronchusverwijder) dit neveneffect voorkomen. Ongeveer 8% van geteste patiënten verdraagt geen HZ, ook niet na salbutamol.
2. Toename van therapie zwaarte (veelal voorgeschreven als extra aërosol)
3. Gezien er mogelijks inactivatie kan optreden van andere inhalatiemedicatie door hoge zoutconcentratie gebeurt de toediening best op afstand van andere inhalaties

Met vriendelijke groeten

Marijke Proesmans

26.05.2008

Het antwoord is opgemaakt door: Prof Dr Marijke Proesmans