Let wel: heel wat informatie zal na een jaar nog geldig zijn; af en toe gebeurt het echter dat inzichten veranderen en dat informatie zelfs al na 3 maanden tijd voorbijgestreefd is. Indien u hierover twijfelt vraag het aub na.

Vorm van CF

Vraag
Mijn man en ik zijn drager van delta F508 en N1303K
Tot welke vorm van CF leidt een combinatie van deze mutaties?
Wel of geen aanmaak chloorkanaal en wordt deze vervolgens wel of niet aangestuurd?


Ik kijk uit naar uw reactie
Met vriendelijke groet,
Leonieke van Ommering
Antwoord
Hartelijk dank voor uw vraag.

De ernst van CF wordt voor een deel bepaald door de aard van de mutatie in het CFTR gen, dit is het gen dat zorgt voor de aanmaak van het CFTR-eiwit. Mutaties (= kleine genetische foutjes) leiden tot storingen in de aanmaak en functie van het CFTR-eiwit dat vooral werkt als een kanaal in de celwand waardoor zout (chloride ionen) wordt getransporteerd.

De mutaties worden onderverdeeld in 5 categorieën. Elke CF patiënt draagt 2 mutaties, niet noodzakelijk beide van dezelfde klasse.
In klasse 1 mutaties wordt het CFTR kanaal helemaal niet aangemaakt. In klasse 2 mutaties wordt een fout CFTR kanaal gemaakt dat afgebroken wordt voor het in de celwand geraakt. Bij type 3 mutaties wordt het CFTR kanaal normaal aangemaakt en in de celwand geïntegreerd, maar kan het niet geactiveerd worden. Bij type 4 mutaties werkt het kanaal onvoldoende en bij type 5 mutaties zijn er te weinig kanalen aanwezig, die weliswaar normaal werken.
Zowel F508del als N1303K zijn type 2 mutaties. Dit betekent dus concreet dat er enkel foute CFTR - kanalen worden aangemaakt die worden afgebroken voor ze in de celwand kunnen geïntegreerd worden.

Patiënten die 2 mutaties hebben die tot klasse 1 tot 3 behoren, hebben meestal een ernstig ziektebeeld. Dit valt dus ook te verwachten voor de combinatie F508del en N1303K. Deze patiënten hebben ‘klassieke’ mucoviscidose symptomen zoals aantasting van de longen, problemen van de spijsvertering en vettige stoelgang, duidelijk afwijkende zweettest en infertiliteit. Bijkomende verwikkelingen zoals suikerziekte en leverproblemen kunnen op volwassen leeftijd optreden.

Toch is er ook een verschil in evolutie van de ziekte-ernst tussen patiënten met exact dezelfde mutaties. Hier kunnen we stellen dat andere erfelijke factoren (‘modifier genes’) mee de ernst van de ziekte bepalen. Maar ook omgevingsfactoren zoals leeftijd bij diagnose, intensiteit van behandeling, al dan niet in contact komen met roken, spelen een belangrijke rol.
Terwijl we over groepen patiënten heel wat kunnen vertellen, blijft het heel moeilijk om voor een individuele patiënt een goede voorspelling te maken

Hopelijk biedt dit een voldoende duidelijk antwoord op uw vraag.
18.03.2013